Het kabinet is van plan om vanaf 2025 belasting te gaan heffen over het werkelijk rendement in box 3. Een brief over hoe dit nieuwe systeem eruit gaat zien is vandaag naar het parlement gestuurd. Met een zogenaamde vermogensaanwasbelasting zal jaarlijks belasting worden geheven over de werkelijke opbrengst van het vermogen.
Het kabinet heeft het parlement daarnaast een brief gestuurd met daarin opties hoe rechtsherstel kan worden geboden aan de mensen die belasting hebben betaald over vermogen in box 3 voor de jaren 2017 t/m 2022. Dit naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad van eind vorig jaar. Voorstel is om mensen rechtsherstel te bieden op basis van een nieuwe berekening waarbij het werkelijk rendement zo dicht mogelijk wordt benaderd. Hier zijn twee varianten voor uitgewerkt. Voor de tussenliggende jaren 2023 en 2024 wordt tijdelijke wetgeving langs dezelfde lijnen voorbereid.
Lastige keuzes
Staatssecretaris Van Rij van Financiën: “Vermogen is jarenlang op een verkeerde manier belast. Mensen met spaargeld betaalden hierdoor te veel belasting, terwijl bezitters van onroerend goed door de sterke huizenprijsstijgingen juist te weinig betaalden. Er komt daarom vanaf 2025 een nieuw systeem waarbij we belasting gaan heffen over het rendement dat mensen werkelijk hebben behaald. Natuurlijk gaan we ook het verleden rechtzetten, al is daar geen ideale oplossing voor. Alle opties die zijn onderzocht hebben naast voordelen ook nadelen. Dit betekent dat we de komende tijd nog lastige keuzes moeten maken.”
Besluitvorming
Het kabinet wil mensen zo snel mogelijk duidelijkheid bieden over wat zij kunnen verwachten van het herstel. Tegelijkertijd vindt het kabinet het belangrijk hierover eerst volgende week met de Tweede Kamer in gesprek te gaan. Er bestaat namelijk niet één simpele oplossing en iedere keuze heeft verschillende budgettaire en uitvoeringstechnische gevolgen.
Afhankelijk van de keuze voor de doelgroep en de variant kost het herstel tussen de € 2,4 miljard en € 11,7 miljard. Pas na het debat zal tijdens de voorjaarsbesluitvorming rond begin mei definitieve besluitvorming plaatsvinden. Er wordt dan ook besloten over de budgettaire dekking. Uitgaande van deze planning kan de Belastingdienst rond 1 juli beginnen met het herstel zodat in ieder geval alle massaal ingediende bezwaarschriften voor 4 augustus afgewikkeld kunnen worden. Lees verder