In het kader van een WOO-verzoek zijn op 08-11-2024 documenten gepubliceerd die inzicht geven in de achtergrond van wijziging van het belastingverdrag Nederland – Duitsland in 2016 middels een wijzigingsprotocol ter zake van piloten en zeevarenden. De openbaar gemaakte documenten bij een besluit op een verzoek om informatie over de wijziging van het protocol bij het belastingverdrag Nederland – Duitsland (van 11 januari 2016) kunt u via onderstaande hyperlink bekijken op de website van de Rijksoverheid.
Zeeschip
Reparatie heffingslek zeevarenden (1 januari 2025)
–Uitermate belangrijk voor in het buitenland wonende zeevarende (relaties)!
Zeevarenden
Onlangs is geconstateerd dat op basis van de huidige wet, in een specifieke situatie, Nederland diens heffingsrecht niet kan effectueren. Een kennisgroep van de Belastingdienst heeft met
betrekking tot een inwoner van België die volledig buiten Nederland werkzaam is als zeevarende in het internationaal verkeer voor een Nederlandse inhoudingsplichtige werkgever, en waarbij het belastingverdrag tussen Nederland en België het heffingsrecht over het loon van de zeevarende aan Nederland toewijst, het standpunt ingenomen dat geen belasting verschuldigd is in Nederland. Dit betekent tevens dat in situaties als de onderhavige waarin ter voorkoming van dubbele belasting de vrijstellingsmethode wordt toegepast van een dubbele vrijstelling sprake is. Hoewel het beeld is dat deze situatie zich zelden voordoet, vindt het kabinet het ongewenst dat op basis van de huidige wet het aan Nederland toegewezen heffingsrecht niet kan worden geëffectueerd en zeker voor zover daarmee situaties van dubbele vrijstelling ontstaan.
Dit geldt temeer omdat de inhoudingsplichtige werkgever wel in aanmerking kan komen voor de afdrachtvermindering zeevaart. Daarom wordt voorgesteld dat ook als de dienstbetrekking volledig buiten Nederland wordt vervuld deze dienstbetrekking wordt geacht in Nederland te zijn vervuld voor zover het heffingsrecht over het loon ter zake van die dienstbetrekking op grond van een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting of op grond van enige andere regel van interregionaal of internationaal recht aan Nederland is toegewezen.
Voorbeeld
Mevrouw X woont in België en werkt voor een in Nederland gevestigde werkgever. Mevrouw X is zeevarende en vervult haar dienstbetrekking volledig buiten Nederland. Hoewel Nederland het exclusieve heffingsrecht heeft over haar arbeidsinkomen op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en België, kan Nederland dit heffingsrecht niet effectueren omdat alleen inkomstenbelasting verschuldigd is over in het buitenland verrichte werkzaamheden als mevrouw X als buitenlandse belastingplichtige haar werkzaamheden ook deels in Nederland verricht. De voorgestelde aanpassing heeft tot gevolg dat Nederland diens heffingsrecht wel kan effectueren, waardoor mevrouw X in Nederland inkomstenbelasting verschuldigd is over haar arbeidsinkomen als zeevarende. Lees verder
Wanneer exploitatie van een schip (België)
De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH-aanslag (Belastingdienst) heeft een standpunt ingenomen over de uitleg van het begrip ‘exploitatie’ in artikel 15, derde lid, van het belastingverdrag Nederland-België.
Aanleiding
Verschillende schepen van een in België gevestigde onderneming worden in Nederland ingezet voor het uitbaggeren van wateren alsmede daaraan gerelateerde werkzaamheden zoals het afvoeren van het opgebaggerde materiaal. Een deel van de schepen is slechts op één plek in Nederland actief terwijl andere schepen ingezet worden voor het zowel binnen Nederland als van Nederland naar België afvoeren van het opgebaggerde materiaal.
Vraag
Is op het uitbaggeren en de bijkomende werkzaamheden, zoals het afvoeren van het opgebaggerde materiaal, artikel 15, derde lid, Verdrag Nederland-België (hierna: Verdrag NL-BEL) van toepassing?
Antwoord
Ja. Artikel 15, derde lid, Verdrag NL-BEL wijkt af van artikel 15, derde lid, van het OESO Modelverdrag. In het Verdrag NL-BEL ontbreekt in artikel 15, derde lid, de voorwaarde dat sprake moet zijn van exploitatie van een schip in internationaal verkeer.
De kennisgroep concludeert hieruit dat voor toepassing van artikel 15, derde lid, Verdrag NL-BEL geen nadere voorwaarden worden gesteld aan de exploitatie van het schip. Dat betekent dat artikel 15, derde lid, Verdrag NL–BEL zowel van toepassing is op de werkzaamheden met betrekking tot het uitbaggeren van de wateren in Nederland als het afvoeren van het opgebaggerde materiaal binnen Nederland dan wel van Nederland naar België. Volledigheidshalve merkt de kennisgroep op dat voor de toepassing van artikel 8 Verdrag NL-BEL wel sprake moet zijn van exploitatie in internationaal verkeer. Lees verder