Standpunt toepassing non-discriminatiebepaling belastingverdrag NL -BEL

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft enkele vragen beantwoord over de toepassing van de non-discriminatiebepaling als bedoeld in artikel 26, tweede lid, van het belastingverdrag Nederland-België.

Aanleiding
Situatie A
Man (hierna: M) en vrouw (hierna: V) zijn het gehele jaar gehuwd in gemeenschap van goederen. M en V wonen in België in een koopwoning waarvan de echtgenoten elk voor de onverdeelde helft eigenaar zijn. M is kwalificerende buitenlandse belastingplichtige (hierna: KBB) in de zin van artikel 7.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). V is (ook) buitenlandse belastingplichtige, maar geen KBB. V ontvangt arbeidsinkomen waarover het heffingsrecht op grond van het verdrag Nederland-België 2001 (hierna: Verdrag) aan Nederland is toegewezen. Zij valt daarmee onder het toepassingsbereik van de non-discriminatiebepaling als bedoeld in artikel 26, tweede lid, Verdrag (hierna ook wel: de non-discriminatiebepaling). Vast staat dat de koopwoning een eigen woning in de zin van de Wet IB 2001 is.

Situatie B
M en V zijn het gehele jaar gehuwd in gemeenschap van goederen. M woont in Nederland en is binnenlandse belastingplichtige voor toepassing van de Wet IB 2001. V woont in België en is buitenlandse belastingplichtige, maar geen KBB. V valt onder het toepassingsbereik van de non-discriminatiebepaling. M en V bezitten gezamenlijke spaarrekeningen in box 3. Er zijn geen andere bezittingen en schulden.

Situatie C
M woont het gehele jaar in Nederland in een koopwoning in eigendom en is binnenlandse belastingplichtige voor toepassing van de Wet IB 2001. V woont de eerste vier maanden van het jaar in België en is in die periode buitenlandse belastingplichtige, maar geen KBB. Zij valt onder het toepassingsbereik van de non-discriminatiebepaling. V emigreert vervolgens naar Nederland en trekt in bij M. Zij is vanaf dat moment binnenlandse belastingplichtige. Pas later in het jaar treden M en V in het huwelijk, in gemeenschap van goederen. Lees verder

Ingetrokken standpunt inzake doorschuifbeschikking in verband met wetswijziging

KG:206:2022:1 Doorschuifbeschikking in verhouding tot artikel 9.6 Wet IB 2001: Dit standpunt is ingetrokken in verband met de wetswijziging van artikel 9.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001 per 1 januari 2023. Een losse doorschuifbeschikking wordt per die datum geacht onderdeel uit te maken van de belastingaanslag.

Aanleiding
Op grond van artikel 26, eerste lid, van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (hierna: Bvdb 2001) stelt de inspecteur het bedrag van het naar een volgend jaar over te brengen buitenlands inkomen uit werk en woning en het bedrag van het naar een volgend jaar over te brengen buitenlands voordeel uit sparen en beleggen vast bij voor bezwaar vatbare beschikking (de zogeheten doorschuifbeschikking). Daarnaast bepaalt artikel 26, eerste lid, Bvdb 2001 dat de doorschuifbeschikking gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag over het betreffende jaar wordt vastgesteld. Het naar het volgende jaar over te brengen bedrag aan buitenlands inkomen uit werk en woning respectievelijk buitenlands voordeel uit sparen en beleggen dient afzonderlijk te worden vermeld op het aanslagbiljet. Dit gebeurt niet altijd. In de praktijk komt het voor dat een losse doorschuifbeschikking wordt vastgesteld, nadat de aanslag is opgelegd.

Vraag
Kan een losse doorschuifbeschikking op grond van artikel 9.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) ambtshalve worden herzien in het voordeel van belanghebbende? Lees verder

Extra financiering voor grensinfopunten

Minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt vanaf 2025 extra financiering beschikbaar voor grensinfopunten.

Bij deze loketten kunnen mensen informatie krijgen over wat van belang is als ze over de grens gaan werken, wonen, studeren of ondernemen. Er zijn op dit moment 110 grensinfopunten verspreid over alle grensprovincies.

Minister van Hijum: “In de regio is het buitenland vaak heel dichtbij. Een grote stad waar je gaat studeren ligt net in België of Duitsland. Of een nieuwe uitdagende baan is aan de andere kant van de grens. Veel mensen overzien alleen niet dat er allemaal regelgeving is die aan de andere kant net even anders is. De grensinfopunten doen fantastisch werk om mensen daarbij te helpen. Maar door de onzekerheid over de financiering dreigde personeel en kennis verloren te gaan. Ik ben heel blij dat we een oplossing kunnen bieden.”

Jaarlijks maakt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) € 615.058 extra vrij. Inclusief de al bestaande financiering draagt SZW vanaf 2025 € 1.558.808 bij aan de grensinfopunten. Dit komt neer op 50% van de kosten. De andere helft wordt door regionale partijen, zoals provincies, gemeenten en arbeidsmarktregio’s betaald. Lees verder

Wanneer exploitatie van een schip (België)

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH-aanslag (Belastingdienst) heeft een standpunt ingenomen over de uitleg van het begrip ‘exploitatie’ in artikel 15, derde lid, van het belastingverdrag Nederland-België.

Aanleiding
Verschillende schepen van een in België gevestigde onderneming worden in Nederland ingezet voor het uitbaggeren van wateren alsmede daaraan gerelateerde werkzaamheden zoals het afvoeren van het opgebaggerde materiaal. Een deel van de schepen is slechts op één plek in Nederland actief terwijl andere schepen ingezet worden voor het zowel binnen Nederland als van Nederland naar België afvoeren van het opgebaggerde materiaal.

Vraag
Is op het uitbaggeren en de bijkomende werkzaamheden, zoals het afvoeren van het opgebaggerde materiaal, artikel 15, derde lid, Verdrag Nederland-België (hierna: Verdrag NL-BEL) van toepassing?

Antwoord
Ja. Artikel 15, derde lid, Verdrag NL-BEL wijkt af van artikel 15, derde lid, van het OESO Modelverdrag. In het Verdrag NL-BEL ontbreekt in artikel 15, derde lid, de voorwaarde dat sprake moet zijn van exploitatie van een schip in internationaal verkeer.

De kennisgroep concludeert hieruit dat voor toepassing van artikel 15, derde lid, Verdrag NL-BEL geen nadere voorwaarden worden gesteld aan de exploitatie van het schip. Dat betekent dat artikel 15, derde lid, Verdrag NL–BEL zowel van toepassing is op de werkzaamheden met betrekking tot het uitbaggeren van de wateren in Nederland als het afvoeren van het opgebaggerde materiaal binnen Nederland dan wel van Nederland naar België. Volledigheidshalve merkt de kennisgroep op dat voor de toepassing van artikel 8 Verdrag NL-BEL wel sprake moet zijn van exploitatie in internationaal verkeer. Lees verder

Page 1 of 2
1 2