Nieuwe box 3 stelsel op basis van werkelijk rendement uitgesteld

In juni dit jaar heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het geboden rechtsherstel in box 3 onvoldoende is. Hierdoor zijn aanvullende herstelwerkzaamheden nodig, die invoering van een nieuw box 3 stelsel per 2027 onmogelijk maken. Dit uitstel heeft ook budgettaire consequenties. Om deze op te vangen wordt in het huidige box 3 stelsel per 2026 het forfait voor overige bezittingen verhoogd en het heffingsvrije vermogen verlaagd.

De uitspraak van de Hoge Raad over het geboden rechtsherstel in juni van dit jaar heeft zowel financiële consequenties als consequenties voor de uitvoering. De afgelopen tijd is daarom eerst onderzocht of een stelsel op basis van werkelijk rendement toch in te voeren is per 2027. Zo is er gekeken of het mogelijk is om het nieuwe box 3 stelsel in stappen in te voeren. Uit de verkenning is gebleken dat zo’n een tussenvariant voor zowel belastingplichtigen als de Belastingdienst complex is. De Raad van State heeft bovendien een aantal bezwaren geuit in het recent gepubliceerde advies over het nieuwe stelsel. Dit advies wordt op dit moment bestudeerd en mogelijke opties worden gewogen. Een stelsel op basis van werkelijk rendement is nog steeds het uitgangspunt voor dit kabinet. Het doel is een nieuw stelsel per 2028 in te voeren.

Het heeft de voorkeur van het kabinet om duidelijkheid te bieden aan belastingplichtigen, zodat zij niet afwisselend met verschillende vormen van een box 3 belasting worden geconfronteerd. Er is daarom gekozen om het huidige stelsel met een tegenbewijsregeling in ieder geval een jaar langer in stand te houden, dus tot en met 2027. Lees verder

Geen actie meer nodig voor niet-bezwaarmakers box 3

Ook alle niet-bezwaarmakers kunnen aanspraak maken op een nieuwe uitspraak van de Hoge Raad, mocht de Hoge Raad belastingplichtigen in een nieuwe procedure in het gelijk stellen. Niet-bezwaarmakers met box 3-inkomen over de jaren 2017 – 2020 hoeven hiervoor geen verzoek in te dienen. Dat heeft het kabinet bekendgemaakt. De nieuwe procedure gaat over de vraag of ook niet-bezwaarmakers in aanmerking komen voor rechtsherstel. Met belangenorganisaties worden procesafspraken gemaakt over deze procedures voor niet-bezwaarmakers, zo stelt het kabinet. Doel is de procedures en afhandeling van verzoeken zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.

Het kabinet heeft sinds de uitspraak van de Hoge Raad op 20 mei jl. onderzocht of en zo ja hoe het mogelijk was niet-bezwaarmakers toch te compenseren. Uiteindelijk is besloten om geen compensatie te bieden aan de niet-bezwaarmakers. Volledige compensatie kost circa € 4,1 miljard, waarvan meer dan de helft terecht zou komen bij belastingplichtigen met een vermogen in box 3 van meer dan € 200.000. Dit leidde tot veel reacties van de niet-bezwaarmakers, die het besluit van het kabinet onrechtvaardig vonden. Het indienen en afhandelen van deze verzoeken levert veel werk op, zowel voor belastingplichtigen en belastingadviseurs als voor de Belastingdienst, omdat ieder verzoek individueel behandeld moet worden. Lees verder

Plan voor belasting over werkelijk rendement en opties voor rechtsherstel box 3

Het kabinet is van plan om vanaf 2025 belasting te gaan heffen over het werkelijk rendement in box 3. Een brief over hoe dit nieuwe systeem eruit gaat zien is vandaag naar het parlement gestuurd. Met een zogenaamde vermogensaanwasbelasting zal jaarlijks belasting worden geheven over de werkelijke opbrengst van het vermogen.

Het kabinet heeft het parlement daarnaast een brief gestuurd met daarin opties hoe rechtsherstel kan worden geboden aan de mensen die belasting hebben betaald over vermogen in box 3 voor de jaren 2017 t/m 2022. Dit naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad van eind vorig jaar. Voorstel is om mensen rechtsherstel te bieden op basis van een nieuwe berekening waarbij het werkelijk rendement zo dicht mogelijk wordt benaderd. Hier zijn twee varianten voor uitgewerkt.  Voor de tussenliggende jaren 2023 en 2024 wordt tijdelijke wetgeving langs dezelfde lijnen voorbereid.

Lastige keuzes

Staatssecretaris Van Rij van Financiën: “Vermogen is jarenlang op een verkeerde manier belast. Mensen met spaargeld betaalden hierdoor te veel belasting, terwijl bezitters van onroerend goed door de sterke huizenprijsstijgingen juist te weinig betaalden. Er komt daarom vanaf 2025 een nieuw systeem waarbij we belasting gaan heffen over het rendement dat mensen werkelijk hebben behaald. Natuurlijk gaan we ook het verleden rechtzetten, al is daar geen ideale oplossing voor. Alle opties die zijn onderzocht hebben naast voordelen ook nadelen. Dit betekent dat we de komende tijd nog lastige keuzes moeten maken.”

Besluitvorming
Het kabinet wil mensen zo snel mogelijk duidelijkheid bieden over wat zij kunnen verwachten van het herstel. Tegelijkertijd vindt het kabinet het belangrijk hierover eerst volgende week met de Tweede Kamer in gesprek te gaan. Er bestaat namelijk niet één simpele oplossing en iedere keuze heeft verschillende budgettaire en uitvoeringstechnische gevolgen.

Afhankelijk van de keuze voor de doelgroep en de variant kost het herstel tussen de € 2,4 miljard en € 11,7 miljard. Pas na het debat zal tijdens de voorjaarsbesluitvorming rond begin mei definitieve besluitvorming plaatsvinden. Er wordt dan ook besloten over de budgettaire dekking. Uitgaande van deze planning kan de Belastingdienst rond 1 juli beginnen met het herstel zodat in ieder geval alle massaal ingediende bezwaarschriften voor 4 augustus afgewikkeld kunnen worden. Lees verder

Page 1 of 2
1 2