Zeevarende die volledig buiten Nederland werkt

De Kennisgroep IBR IB niet winst/LB/PH-aanslag (Belastingdienst) heeft een standpunt ingenomen met betrekking tot de belastbaarheid van het inkomen van een niet in Nederland woonachtige werknemer die zijn dienstbetrekking bij een Nederlandse werkgever als zeevarende in het internationaal verkeer geheel buiten Nederland vervult.

Aanleiding

Een inwoner van België is werkzaam als zeevarende in het internationaal verkeer. Hij werkt voor een Nederlandse inhoudingsplichtige en vervult zijn dienstbetrekking geheel buiten Nederland. Artikel 15, derde lid van het belastingverdrag Nederland – België (hierna: verdrag NL-BEL) wijst het heffingsrecht over beloningen ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip exclusief/volledig toe aan de Staat waar de werkgever is gevestigd.

Vragen

  1. Kan Nederland loonbelasting heffen?
  2. Kan Nederland inkomstenbelasting heffen?

Antwoorden

  1. Ja. Belanghebbende is volledig werknemer in de zin van de Wet op de Loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB 1964) en is werkzaam voor een inhoudingsplichtige in de zin van de Wet LB 1964. Het verdrag NL-BEL staat niet aan heffing in de weg.
  2. Nee. Er is geen sprake van belastbaar loon ter zake van het in Nederland verrichten of hebben verricht van arbeid in de zin van artikel 7.2, tweede lid, onderdeel b, Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). De uitbreiding van artikel 7.2, zevende lid, Wet IB 2001 is niet van toepassing.

Beschouwing
1) Heffing volgens de Wet op de loonbelasting 1964
In beginsel is belastingplichtige werknemer in de zin van artikel 2, eerste lid, Wet LB 1964. Nu zijn dienstbetrekking geheel buiten Nederland is uitgeoefend zou de beperking van artikel 2, derde lid, Wet LB 1964 van toepassing kunnen zijn. Op grond van de laatste volzin van die bepaling is dat echter alleen het geval wanneer wordt voldaan aan de in het vierde lid gestelde voorwaarden. Aan deze voorwaarden is niet voldaan. De inkomsten zijn volgens artikel 15, derde lid van belastingverdrag NL-BEL volledig aan Nederland toegewezen waardoor belastingplichtige volledig als werknemer wordt gezien in de zin van de Wet LB 1964. Nu sprake is van een (volledige) werknemer en inhoudingsplichtige en het belastingverdrag daaraan niet in de weg staat dient loonbelasting over het gehele loon ingehouden te worden. Lees verder

Geen exploitatie schip in internationaal verkeer, dan geen elders belast (zaak gesloten)

In eerdere berichten hebben wij aandacht besteed aan de vraag of recht bestaat op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting over het arbeidsinkomen van een zeevarende op grond van het belastingverdrag gesloten tussen Nederland en Zwitserland. De betreffende zeevarende staat in dienst van een in Zwitserland gevestigde onderneming en is tewerk gesteld aan boord van een schip van een aan deze onderneming gelieerde andere onderneming. Het betreffende schip kan grote platforms in één keer van hun sokkel lichten en vervoeren. Het schip kan ook pijplijnen leggen voor olie- en gastransport.

Het betrof hier een geschil over de uitleg van de inhoud van artikel 15, lid 3, van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen. Dit artikel luidt als volgt:
Artikel 15. Niet-zelfstandige arbeid
[…] 3. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel mag de beloning verkregen ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig dat in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd, of aan boord van een binnenschip, worden belast in de Verdragsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.

Reeds in het jaar 2014 is hier in een memo van ons adviesbureau aandacht aan besteed. In dit memo is uitleg gegeven aan dit verdragsartikel en is met redenen omkleed waarom ons kantoor tot de conclusie kwam dat een werknemer in een dergelijke situatie geen recht kan hebben op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting op grond van die verdragsbepaling.

De Hoge Raad heeft reeds op 24 december 2021 geoordeeld dat de betreffende werknemers geen recht hebben op aftrek elders belast over hun arbeidsinkomen op grond van artikel 15, lid 3, van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat.  De Hoge Raad heeft met haar uitspraak van 29 september 2023 dit standpunt (wederom) bevestigd en daarmee dit boek definitief gesloten.

Lees verder

Geen actie meer nodig voor niet-bezwaarmakers box 3

Ook alle niet-bezwaarmakers kunnen aanspraak maken op een nieuwe uitspraak van de Hoge Raad, mocht de Hoge Raad belastingplichtigen in een nieuwe procedure in het gelijk stellen. Niet-bezwaarmakers met box 3-inkomen over de jaren 2017 – 2020 hoeven hiervoor geen verzoek in te dienen. Dat heeft het kabinet bekendgemaakt. De nieuwe procedure gaat over de vraag of ook niet-bezwaarmakers in aanmerking komen voor rechtsherstel. Met belangenorganisaties worden procesafspraken gemaakt over deze procedures voor niet-bezwaarmakers, zo stelt het kabinet. Doel is de procedures en afhandeling van verzoeken zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.

Het kabinet heeft sinds de uitspraak van de Hoge Raad op 20 mei jl. onderzocht of en zo ja hoe het mogelijk was niet-bezwaarmakers toch te compenseren. Uiteindelijk is besloten om geen compensatie te bieden aan de niet-bezwaarmakers. Volledige compensatie kost circa € 4,1 miljard, waarvan meer dan de helft terecht zou komen bij belastingplichtigen met een vermogen in box 3 van meer dan € 200.000. Dit leidde tot veel reacties van de niet-bezwaarmakers, die het besluit van het kabinet onrechtvaardig vonden. Het indienen en afhandelen van deze verzoeken levert veel werk op, zowel voor belastingplichtigen en belastingadviseurs als voor de Belastingdienst, omdat ieder verzoek individueel behandeld moet worden. Lees verder

Page 3 of 6
1 2 3 4 5 6