Digitale post van de Belastingdienst

U kunt sinds 8 december 2025 kiezen om uw post van de Belastingdienst digitaal te ontvangen. Als u dit doorgeeft, ontvangt u uw digitale post voortaan via de Berichtenbox van MijnOverheid. Doet u niets? Dan blijft u al onze post ook op papier ontvangen.

U krijgt nog niet alle post digitaal
Kiest u voor digitale post? Dan krijgt u niet meteen al onze post in de Berichtenbox. We werken namelijk stap voor stap om veilig en zorgvuldig te digitaliseren. Dat betekent dat u sommige post al digitaal krijgt en andere post nog op papier. U krijgt wel steeds meer post digitaal. Zo verwachten wij in de zomer van 2026 brieven van autobelasting digitaal te versturen.

Welke post sturen wij direct alleen digitaal?
Wij beginnen met digitaliseren van de brieven over de inkomstenbelasting. Kiest u nu voor digitale post? Dan krijgt u de brief waarin wij u vragen aangifte inkomstenbelasting 2025 te doen niet meer op papier.

Welke post blijft papieren post?
Sommige post van ons is zo belangrijk voor u dat wij dit op papier zullen blijven versturen. Bijvoorbeeld als u op heel korte termijn moet reageren. Of moet betalen, zoals een dwangbevel. Lees verder

Invullen e-mailadres is onvoldoende als kennisgeving digitale bereikbaarheid

De enkele omstandigheid dat een belanghebbende bij het indienen van zijn digitale bezwaarschrift zijn e-mailadres in het verplichte veld van het online contactformulier heeft vermeld, betekent niet dat hij kenbaar heeft gemaakt langs die elektronische weg voldoende bereikbaar te zijn voor correspondentie in de bezwaarprocedure. Als de uitspraak op bezwaar daadwerkelijk naar dit e-mailadres is verzonden, is die uitspraak dus niet op de voorgeschreven wijze bekend gemaakt. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

De zaak
De heffingsambtenaar heeft in juli 2022 aan de belanghebbende naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslagen door op de website van de gemeente een daarvoor bestemd online contactformulier in te vullen en digitaal aan de heffingsambtenaar te verzenden. In het formulier heeft belanghebbende de verplichte velden ingevuld, waaronder ook de vraag naar zijn e-mailadres. De heffingsambtenaar heeft de uitspraken op bezwaar van 11 november 2022 per e-mail aan het opgegeven e-mailadres van belanghebbende verzonden.

Begin 2023 heeft de belanghebbende voor de tweede keer bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen. De heffingsambtenaar heeft deze bezwaren niet-ontvankelijk verklaard omdat tweemaal bezwaar maken tegen dezelfde aanslagen niet mogelijk is. Tegen deze uitspraken op bezwaar heeft de belanghebbende beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep verkort, zonder zitting, afgedaan en niet-ontvankelijk verklaard. Lees verder

Vragen en antwoorden formulier Opgaaf werkelijk rendement

In juni 2024 heeft de Hoge Raad meerdere uitspraken gedaan over de manier waarop de Belastingdienst het box 3-inkomen berekent. Deze berekening is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Volgens de uitspraken moet de Belastingdienst het werkelijk rendement op uw vermogen belasten als dit lager is dan het fictief rendement.

De gegevens om uw werkelijk rendement te berekenen heeft de Belastingdienst niet, daarom verzoekt de Belastingdienst u deze gegevens te verstrekken. U doet dat door het formulier Opgaaf werkelijk rendement (formulier OWR) in te vullen. Het formulier berekent automatisch het werkelijk rendement. U vindt dit formulier in Mijn Belastingdienst. Of u laat uw belastingconsulent (becon) het formulier invullen. Op belastingdienst.nl/box3 vindt u een lijst met gegevens die u nodig hebt om het formulier in te vullen.

De Belastingdienst heeft al diverse vragen ontvangen over het formulier OWR en de berekening van het werkelijk rendement. Op deze vragen geeft de Belastingdienst antwoord in dit document. Standpunten van kennisgroepen kunt u hier vinden. Zoek eventueel op ‘box 3’. Vragen met een * zijn nieuw of voorzien van een update. Onder het betreffende pull-downmenu leest u wat de updatedatum is. Lees verder

Standpunt toepassing non-discriminatiebepaling belastingverdrag NL -BEL

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft enkele vragen beantwoord over de toepassing van de non-discriminatiebepaling als bedoeld in artikel 26, tweede lid, van het belastingverdrag Nederland-België.

Aanleiding
Situatie A
Man (hierna: M) en vrouw (hierna: V) zijn het gehele jaar gehuwd in gemeenschap van goederen. M en V wonen in België in een koopwoning waarvan de echtgenoten elk voor de onverdeelde helft eigenaar zijn. M is kwalificerende buitenlandse belastingplichtige (hierna: KBB) in de zin van artikel 7.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). V is (ook) buitenlandse belastingplichtige, maar geen KBB. V ontvangt arbeidsinkomen waarover het heffingsrecht op grond van het verdrag Nederland-België 2001 (hierna: Verdrag) aan Nederland is toegewezen. Zij valt daarmee onder het toepassingsbereik van de non-discriminatiebepaling als bedoeld in artikel 26, tweede lid, Verdrag (hierna ook wel: de non-discriminatiebepaling). Vast staat dat de koopwoning een eigen woning in de zin van de Wet IB 2001 is.

Situatie B
M en V zijn het gehele jaar gehuwd in gemeenschap van goederen. M woont in Nederland en is binnenlandse belastingplichtige voor toepassing van de Wet IB 2001. V woont in België en is buitenlandse belastingplichtige, maar geen KBB. V valt onder het toepassingsbereik van de non-discriminatiebepaling. M en V bezitten gezamenlijke spaarrekeningen in box 3. Er zijn geen andere bezittingen en schulden. Lees verder

Page 1 of 10
1 2 3 4 5 6 10