Ingetrokken standpunt inzake doorschuifbeschikking in verband met wetswijziging

KG:206:2022:1 Doorschuifbeschikking in verhouding tot artikel 9.6 Wet IB 2001: Dit standpunt is ingetrokken in verband met de wetswijziging van artikel 9.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001 per 1 januari 2023. Een losse doorschuifbeschikking wordt per die datum geacht onderdeel uit te maken van de belastingaanslag.

Aanleiding
Op grond van artikel 26, eerste lid, van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (hierna: Bvdb 2001) stelt de inspecteur het bedrag van het naar een volgend jaar over te brengen buitenlands inkomen uit werk en woning en het bedrag van het naar een volgend jaar over te brengen buitenlands voordeel uit sparen en beleggen vast bij voor bezwaar vatbare beschikking (de zogeheten doorschuifbeschikking). Daarnaast bepaalt artikel 26, eerste lid, Bvdb 2001 dat de doorschuifbeschikking gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag over het betreffende jaar wordt vastgesteld. Het naar het volgende jaar over te brengen bedrag aan buitenlands inkomen uit werk en woning respectievelijk buitenlands voordeel uit sparen en beleggen dient afzonderlijk te worden vermeld op het aanslagbiljet. Dit gebeurt niet altijd. In de praktijk komt het voor dat een losse doorschuifbeschikking wordt vastgesteld, nadat de aanslag is opgelegd.

Vraag
Kan een losse doorschuifbeschikking op grond van artikel 9.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) ambtshalve worden herzien in het voordeel van belanghebbende? Lees verder

Extra financiering voor grensinfopunten

Minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt vanaf 2025 extra financiering beschikbaar voor grensinfopunten.

Bij deze loketten kunnen mensen informatie krijgen over wat van belang is als ze over de grens gaan werken, wonen, studeren of ondernemen. Er zijn op dit moment 110 grensinfopunten verspreid over alle grensprovincies.

Minister van Hijum: “In de regio is het buitenland vaak heel dichtbij. Een grote stad waar je gaat studeren ligt net in België of Duitsland. Of een nieuwe uitdagende baan is aan de andere kant van de grens. Veel mensen overzien alleen niet dat er allemaal regelgeving is die aan de andere kant net even anders is. De grensinfopunten doen fantastisch werk om mensen daarbij te helpen. Maar door de onzekerheid over de financiering dreigde personeel en kennis verloren te gaan. Ik ben heel blij dat we een oplossing kunnen bieden.”

Jaarlijks maakt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) € 615.058 extra vrij. Inclusief de al bestaande financiering draagt SZW vanaf 2025 € 1.558.808 bij aan de grensinfopunten. Dit komt neer op 50% van de kosten. De andere helft wordt door regionale partijen, zoals provincies, gemeenten en arbeidsmarktregio’s betaald. Lees verder

Nieuwe box 3 stelsel op basis van werkelijk rendement uitgesteld

In juni dit jaar heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het geboden rechtsherstel in box 3 onvoldoende is. Hierdoor zijn aanvullende herstelwerkzaamheden nodig, die invoering van een nieuw box 3 stelsel per 2027 onmogelijk maken. Dit uitstel heeft ook budgettaire consequenties. Om deze op te vangen wordt in het huidige box 3 stelsel per 2026 het forfait voor overige bezittingen verhoogd en het heffingsvrije vermogen verlaagd.

De uitspraak van de Hoge Raad over het geboden rechtsherstel in juni van dit jaar heeft zowel financiële consequenties als consequenties voor de uitvoering. De afgelopen tijd is daarom eerst onderzocht of een stelsel op basis van werkelijk rendement toch in te voeren is per 2027. Zo is er gekeken of het mogelijk is om het nieuwe box 3 stelsel in stappen in te voeren. Uit de verkenning is gebleken dat zo’n een tussenvariant voor zowel belastingplichtigen als de Belastingdienst complex is. De Raad van State heeft bovendien een aantal bezwaren geuit in het recent gepubliceerde advies over het nieuwe stelsel. Dit advies wordt op dit moment bestudeerd en mogelijke opties worden gewogen. Een stelsel op basis van werkelijk rendement is nog steeds het uitgangspunt voor dit kabinet. Het doel is een nieuw stelsel per 2028 in te voeren.

Het heeft de voorkeur van het kabinet om duidelijkheid te bieden aan belastingplichtigen, zodat zij niet afwisselend met verschillende vormen van een box 3 belasting worden geconfronteerd. Er is daarom gekozen om het huidige stelsel met een tegenbewijsregeling in ieder geval een jaar langer in stand te houden, dus tot en met 2027. Lees verder

Beantwoording prejudiciële vraag over berekening heffingskorting voor een persoon die slechts gedurende een deel van het jaar belastingplichtig is in Nederland

Vandaag (15-11-2024)  heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de navolgende vraag:
“Hoe moet het inkomstenbelastingdeel en het premiedeel van de arbeidskorting, de inkomensafhankelijke combinatiekorting en het premiedeel van de algemene heffingskorting worden berekend voor een persoon die slechts een gedeelte van het jaar belastingplichtig is in Nederland en in de niet-Nederlandse periode niet-Nederlands inkomen heeft genoten?”

De Hoge Raad beantwoorde de vraag als volgt:
“Voor een persoon die slechts gedurende een deel van het jaar binnenlands belastingplichtig is geweest en de rest van het jaar in het geheel niet belastingplichtig is geweest in Nederland, moeten het inkomstenbelasting- en premiedeel van de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting, en het premiedeel van de algemene heffingskorting, ook onder de met ingang van 2019 geldende wettelijke regeling, uitsluitend worden berekend op basis van het arbeidsinkomen respectievelijk het belastbare inkomen uit werk en woning dat is genoten in de periode van binnenlandse belastingplicht.”

Het betrof hier een vergelijkbare zaak als een door Robelco Tax Services voor één van zijn relaties aanhangig gemaakte procedure. Lees verder

Page 1 of 8
1 2 3 4 5 6 8