Geldzorgen? Rotterdammers, opgelet!

Hebt u nog andere schulden dan alleen belastingschuld? En hebt u moeite met het betalen van uw schulden? Onderneem dan direct actie. Wilt u daarbij advies of hulp? Lees welke mogelijkheden er zijn. Het maakt daarbij uit of u particulier bent of ondernemer. Woont u in Rotterdam? Scroll dan verder naar het einde van dit bericht!

U bent particulier
Gemeente
U kunt voor ondersteuning bij het aflossen van uw (belasting)schulden terecht bij uw gemeente. De gemeente kijkt mee naar uw situatie en zorgt, in overleg met u, voor een passend hulpverleningstraject op maat.

Geldfit
Op www.geldfit.nl/belastingdienst vindt u informatie en tips over geld in uw situatie. Of stel uw vraag via de chat. Maakt u de Geldfit-test? Dan krijgt u binnen 2 minuten een overzicht van organisaties bij u in de buurt die u kunnen helpen. U kunt ook bellen: 0800 – 8115 (gratis).

U bent zzp’er of eigenaar van een eenmanszaak of u hebt een onderneming met een rechtsvorm, zoals een maatschap, bv, nv of vof
Gemeente
U hebt recht op schuldhulp door de gemeente. Hieraan zijn geen kosten verbonden. Bij uw gemeente vindt u adviseurs die u kunnen helpen met het in kaart brengen van uw situatie. Bekijk ook de 7 stappen naar een oplossing via uw gemeente.

Kamer van Koophandel (KVK)
Hebt u moeite met het afbetalen van schulden en zoekt u hulp? KVK heeft een Zwaar Weer-loket waar u terecht kunt met vragen. Lees hierover meer op: www.kvk.nl/zwaar-weer.

Wilt u hulp van een adviseur?
KVK-adviseurs gaan graag (anoniem en vrijblijvend) met u in gesprek. Ze luisteren naar uw verhaal, geven advies op maat en helpen u bij een volgende stap. Bel met het KVK Adviesteam: 088 – 585 2222.

Geldfit Zakelijk
Ga naar www.geldfit.nl/belastingdienstzakelijk of bel gratis 0800 – 8115 en ontdek wat uw mogelijkheden zijn. Op basis van uw verhaal wordt gekeken welke hulp bij u past.

Wilt u weten welke stappen andere ondernemers hebben gezet?
Op www.geldfit.nl/belastingdienstzakelijk leest u hun verhalen. Lees verder

Uitspraak HR over bezwaarkostenvergoeding

De verlaagde puntwaarde bij de berekening van de proceskostenvergoeding volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht is mogelijk discriminerend. Daarom moet de belastingrechter deze verlaging buiten toepassing laten.

Een man is in 2018 vanuit India naar Nederland gekomen om te studeren. Sinds augustus 2018 woont hij in Nederland. Voorafgaand aan zijn komst heeft hij, via de universiteit, een verblijfsvergunning aangevraagd en gekregen. Een voorwaarde hierbij was dat belanghebbende voorafgaand aan zijn komst naar Nederland een bedrag ter grootte van het collegegeld 2018/2019 naar een bankrekening van de universiteit had overgemaakt. Dat heeft de student gedaan op 20 februari 2018. In geschil is of hij het collegegeld in 2018 kan aftrekken als scholingsuitgave. Volgens de inspecteur is dat niet mogelijk omdat de man het collegegeld heeft betaald voordat hij binnenlandse belastingplichtige was geworden.

Voldoening door verrekening?
Rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2023:12805) heeft de student in het gelijk gesteld. Volgens de rechtbank is sprake van een depotstorting door de man. De voldoening van het collegegeld in september 2018 heeft plaatsgevonden door verrekening, en toen was de student binnenlands belastingplichtig. De rechtbank heeft de man een bezwaarkostenvergoeding toegekend, berekend naar de lage puntwaarde voor belastingzaken. Wanneer de staatssecretaris van Financiën in cassatie gaat, zet de Hoge Raad uiteen wat men onder het begrip ‘betaling’ voor wat betreft het moment van aftrek moet verstaan. Gelet op dit juridische kader, is de rechtbank van een onjuiste rechtsopvatting uitgegaan als zij haar oordelen heeft gegrond op de aanname dat van betaling slechts sprake kan zijn bij voldoening van een opeisbare schuld. Is de rechtbank uitgegaan van de juiste rechtsopvatting? Dan had zij haar oordelen nader moeten motiveren. Het cassatieberoep van de staatssecretaris slaagt. Lees verder

Wanneer exploitatie van een schip (België)

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH-aanslag (Belastingdienst) heeft een standpunt ingenomen over de uitleg van het begrip ‘exploitatie’ in artikel 15, derde lid, van het belastingverdrag Nederland-België.

Aanleiding
Verschillende schepen van een in België gevestigde onderneming worden in Nederland ingezet voor het uitbaggeren van wateren alsmede daaraan gerelateerde werkzaamheden zoals het afvoeren van het opgebaggerde materiaal. Een deel van de schepen is slechts op één plek in Nederland actief terwijl andere schepen ingezet worden voor het zowel binnen Nederland als van Nederland naar België afvoeren van het opgebaggerde materiaal.

Vraag
Is op het uitbaggeren en de bijkomende werkzaamheden, zoals het afvoeren van het opgebaggerde materiaal, artikel 15, derde lid, Verdrag Nederland-België (hierna: Verdrag NL-BEL) van toepassing?

Antwoord
Ja. Artikel 15, derde lid, Verdrag NL-BEL wijkt af van artikel 15, derde lid, van het OESO Modelverdrag. In het Verdrag NL-BEL ontbreekt in artikel 15, derde lid, de voorwaarde dat sprake moet zijn van exploitatie van een schip in internationaal verkeer.

De kennisgroep concludeert hieruit dat voor toepassing van artikel 15, derde lid, Verdrag NL-BEL geen nadere voorwaarden worden gesteld aan de exploitatie van het schip. Dat betekent dat artikel 15, derde lid, Verdrag NL–BEL zowel van toepassing is op de werkzaamheden met betrekking tot het uitbaggeren van de wateren in Nederland als het afvoeren van het opgebaggerde materiaal binnen Nederland dan wel van Nederland naar België. Volledigheidshalve merkt de kennisgroep op dat voor de toepassing van artikel 8 Verdrag NL-BEL wel sprake moet zijn van exploitatie in internationaal verkeer. Lees verder

Page 2 of 9
1 2 3 4 5 6 7 9